De bezorgdheid bij velen is dat men enerzijds wel een som geld wil schenken (al dan niet via handgift of bankgift) doch angst heeft dat de gelden onmiddellijk zullen geconsumeerd worden. Hierbij denken we aan 18-jarige die de gelden onmiddellijk aanwendt voor een sportwagen. De schenker heeft hiervoor angst want bij een ongeluk zit men immers nog met een schuldgevoel.
Hieraan kan verholpen worden.
De schenker (bv grootouder) schenkt 100.000 euro aan kleinzoon. Doch onder de verplichting dat deze gelden worden aangewend om te beleggen in een verzekeringsbelegging (Tak 21). Ook wordt er een ontbindend beding opgenomen dat als kleinzoon voor grootvader sterft de gelden dienen terug te komen. De kleinzoon (begiftigde) wordt de verzekeringsnemer en de grootouder de verzekerde.
De kleinzoon is begunstigde bij leven en de grootvader begunstigde bij overlijden (ter realisatie van het ontbindend beding) EN (zeer belangrijk) grootvader aanvaardt deze begunstiging. Dit heeft als gevolg dat de kleinzoon deze gelden niet kan aanwenden tenzij grootvader sterft of mits zijn uitdrukkelijk akkoord. Sterft de kleinzoon voor grootvader dan keren de gelden terug naar grootvader, vrij van successierechten (het beding van terugkeer wordt verzekerd door de begunstiging van overlijden – Besl 22 feb 2007, bl nr EE/101.887).