Onderhoudsuitkeringen (al dan niet een éénmalig kapitaal) zijn fiscaal aftrekbaar t.b.v. 80% (art 104, 1° WIB 1992).
Er zijn weliswaar een aantal voorwaarden waaraan moet worden voldaan.
Deze voorwaarden zijn kort samengevat:
– ze moeten regelmatig (lees periodiek) betaald zijn;
– ze moeten betaald zijn ter uitvoering van een wettelijke onderhoudsverplichting op grond van het Burgerlijk of Gerechtelijk Wetboek;
– de onderhoudsplichtige en de ontvanger ervan mogen niet behoren tot hetzelfde gezin;
– de ontvanger van de onderhoudsuitkering moet in principe behoeftig zijn.
– (…)
Er bestond vroeger echter een hevige discussie of de combinatie van de aftrek van onderhoudsuitkeringen, die tijdens het jaar van de feitelijke scheiding voor de kinderen betaald werden, en of deze kinderen hierdoor alsnog ten laste wel mogelijk is. De gevolgen en de discussie m.b.t. de aftrek van onderhoudsuitkeringen betaald aan de kinderen wordt sinds enkele jaren aanvaard.
Maar wat voor de ex-partner in het jaar van de feitelijke scheiding ?
De aftrek werd niet toegestaan met als motivering dat de inkomsten van die echtgenoten voor het jaar van feitelijke scheiding toch nog gemeenschappelijk belast worden.
N.a.v. bepaalde rechtspraak wijzigt de Administratie haar standpunt (zie Circulaire nr. Ci.RH.26/592.612 (AOIF 46/2010) dd 29.06.2010)).
De Administratie stelt het volgende : “Volgens die rechtspraak, waarbij de administratie zich aansluit, zijn de onderhoudsuitkeringen die in het jaar van feitelijke scheiding door de ene echtgenoot aan de andere echtgenoot worden betaald, in de gevallen waarin er een gemeenschappelijke aanslag wordt gevestigd, overeenkomstig art. 104, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) aftrekbaar bij de echtgenoot die deze onderhoudsuitkeringen heeft betaald mits natuurlijk de voorwaarden van art. 104, 1°, WIB 92, zijn vervuld.
De sommen die in het jaar van feitelijke scheiding vanaf het ogenblik van de feitelijke scheiding door de ene echtgenoot aan de andere echtgenoot worden betaald, mogen dus als uitkeringen tot onderhoud worden afgetrokken, mits de voorwaarden van art. 104, 1°, WIB 92, zijn vervuld en voor zover de on-derhoudsuitkeringen bij de andere echtgenoot als diverse inkomsten werden aangemerkt.
Dit betekent dat wanneer in de aangifte enkel de onderhoudsuitke-ringen worden afgetrokken, de aangifte zal moeten worden gewijzigd door die onderhoudsuitkeringen bij de andere echtgenoot als diverse inkomsten aan te merken.”
Deze nieuwe visie is onmiddellijk van toepassing en moet eveneens worden toegepast voor de afhandeling van de hangende geschillen, aldus nog de vermelde circulaire.